Een echtscheiding brengt grote veranderingen met zich mee. Zeker als er kinderen bij betrokken zijn, moet er veel geregeld worden. Een echtscheidingsprocedure kunt u samen met uw echtgenoot/echtgenote voeren als u het eens bent of verwacht te kunnen worden. Soms is het niet mogelijk om met uw partner op één lijn te komen en is het nodig om een eenzijdig verzoek op tegenspraak aan de rechter te doen. De advocaat kan u hierover adviseren en samen met u de procedure of procedures doorlopen.
De echtscheiding zelf is meestal het eenvoudigste deel van de procedure. Als degene die de echtscheiding verzoekt stelt dat het huwelijk duurzaam ontwricht is (de enige grond voor echtscheiding in Nederland), dan wordt de echtscheiding vrijwel altijd uitgesproken. Geschillen zijn er meestal niet over de scheiding zelf, maar over de zogenaamde nevenvoorzieningen. De woonplaats van kinderen, de zorgverdeling (contactregeling / omgangsregeling), het gebruik van de woning, kinderalimentatie, partneralimentatie, afwikkeling van huwelijkse voorwaarden of boedelverdeling. Gaat u scheiden, dan kunt u veel onderwerpen tegenkomen waar u hierna meer over kunt lezen. Laat u daarover goed informeren.
Zijn er bij een echtscheiding kinderen betrokken, dan vraagt de rechtbank een ouderschapsplan. In een ouderschapsplan moeten tenminste afspraken gemaakt worden over de zorg voor de kinderen, communicatie over de kinderen en financiën voor de kinderen (meestal in de vorm van kinderalimentatie). Ook bij het ouderschapsplan kan de advocaat u helpen.
Ook als ongehuwd samenwonenden uit elkaar gaan kunnen er grote veranderingen zijn. Als er kinderen zijn en er gezamenlijk ouderlijk gezag is, is een ouderschapsplan verplicht. Daarnaast kan er een beperkte gemeenschap zijn ontstaan die verdeeld moet worden. Bijvoorbeeld als mensen samen een huis kochten.
Een scheiding van ongehuwd samenwonenden kan betreft procedures lastiger zijn dan een echtscheiding. Komen zij er samen niet uit, dan zijn aparte procedures nodig over de kinderen en de boedelscheiding.
In de wet wordt kinderalimentatie een bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding genoemd. Ouders zijn voor hun minderjarige kinderen onderhoudsplichtig. De onderhoudsplicht voor jongmeerderjarigen duurt tot een kind 21 jaar is. Tussen 18 en 21 jaar wordt kinderalimentatie in de wet een bijdrage in het levensonderhoud en studie genoemd.
Zaken over kinderalimentatie die veel voorkomen zijn:
- vaststelling van kinderalimentatie
- wijziging van kinderalimentatie, bijvoorbeeld verhoging, verlaging of nihilstelling van kinderalimentatie
In een procedure over kinderalimentatie bij de rechtbank heeft u altijd een advocaat nodig als u een verzoek wilt doen of u een verweerschrift wilt indienen.
Heeft u alimentatie nodig voor uw kinderen? Of wilt u zich verweren tegen een verzoek dat naar uw mening mogelijk niet deugt? Jarenlange ervaring met het geven van adviezen over alimentatie en het maken van alimentatieberekeningen staan garant voor een professionele afwikkeling. Ook als u al alimentatie betaalt of ontvangt en u van mening bent dat de hoogte van de alimentatie niet (meer) juist is kan de advocaat u van dienst zijn.
Voor de hoogte van kinderalimentatie zijn ten eerste de kosten van een kind van belang.
Kosten van kinderen
De kosten van een kind worden meestal berekend aan de hand van het netto inkomen van het gezin van de ouders toen zij nog samenwoonden. In de zogenaamde behoeftetabel kunt u zien wat de kosten ongeveer zijn.
Voorbeeld
Jan en Annet gaan uit elkaar. Zij hebben samen één kind, Lars van 5 jaar. Hun gezinsinkomen is € 3.500,- netto per maand.
Volgens de tabel zijn de kosten voor Lars € 470,- per maand.
De behoeftetabel 2023 vindt u hier.
Rechters en advocaten maken gebruik van speciale rekenprogramma's waarmee een nauwkeurigere berekening wordt gemaakt. Ook ziektekosten en behoefteverhogende kosten, zoals hoge kosten voor kinderopvang of topsport, kunnen daarin worden meegenomen.
Draagkracht
Voor kinderalimentatie wordt de draagkracht van een onderhoudsplichtige met een netto besteedbaar inkomen lager dan € 1.680,- vastgesteld op de minimum draagkracht van € 25,- per kind per maand (bij meer dan twee kinderen € 50,- per maand). Bij een hoger netto besteedbaar inkomen (NBI) wordt de draagkracht hoger. Vanaf € 1.930,- geldt de volgende formule:
70% [NBI - (0,3 x NBI + 1175)]
Van de formule zijn allerlei afwijkingen mogelijk. Bijvoorbeeld als iemand schulden moet afbetalen.
De draagkrachttabel vindt u hier.
Als de draagkracht van de onderhoudsplichtigen samen niet voldoende is om de kosten van het kind te kunnen betalen, dan moeten de onderhoudsplichtigen hun hele draagkracht gebruiken voor het kind. In praktijk komen de kosten dan vaak neer op de verzorgende ouder. Daarom wordt met de zorgkorting voor de niet-verzorgende ouder dan vaak geen of minder rekening gehouden.
Hebben de onderhoudsplichtigen samen voldoende draagkracht, dan wordt hun aandeel in de kosten van hun kind of kinderen vastgesteld naar rato van hun draagkracht. Op het aandeel van de niet-verzorgende ouder wordt vervolgens zorgkorting in mindering gebracht.
Zorgkorting
Zorgkorting is in een tegemoetkoming in de kosten van de contactregeling (ook vaak omgangsregeling genoemd). De hoogte van de zorgkorting is afhankelijk van de zorgregeling. Bijvoorbeeld als een kind om het weekend en de helft van de vakanties bij vader verblijft, zorgt vader gemiddeld ongeveer twee dagen per week voor het kind. De zorgkorting bedraagt dan 25% van de kosten van het kind.
Wat is precies een gezinsinkomen? Wat als u niet samenwoonde? Of als één van u nu meer verdient dan toen u samenwoonde? En wat is zorgkorting?
U leest er meer over bij Veelgestelde vragen onderaan deze pagina.
Op grond van de wet worden alimentaties jaarlijks geïndexeerd. De indexering voor een komend jaar is meestal vanaf begin november te vinden. Hier vindt u een handige rekentool van het LBIO. De indexering per 1 januari 2024 is vastgesteld op 6,2%.
Door een huwelijk of geregistreerd partnerschap ontstaat tussen mensen een onderhoudsverplichting. In de wet heet partneralimentatie bijdrage in het levensonderhoud. De hoogte daarvan is afhankelijk van het gezinsinkomen dat er was, de behoeftigheid van degene die alimentatie vraagt en de draagkracht van degene van wie betaling gevraagd wordt. Voor de berekening van partneralimentatie gelden sinds 1 januari 2023 nieuwe regels.
De duur van partneralimentatie verschilt per situatie. Standaard is de duur 5 jaar, maar er zijn veel uitzonderingen. U kunt die hier bekijken. Bij het verweer tegen de vaststelling van partneralimentatie kan gevraagd worden om de duur van de betaling van de alimentatie te beperken of die te limiteren.
Erkenning is voor een kind in meerdere opzichten van belang. Door erkenning komt bijvoorbeeld het juridisch vaderschap vast te staan. Wilt u uw kind erkennen en wil de moeder daaraan niet meewerken of wil juist de vader zijn kind niet erkennen? Voor het oplossen van problemen over erkenning vraagt u gerust advies en als het nodig is staat de advocaat u bij in een procedure.
Gezag over een kind gaat volgens de wet over het recht en de verplichting het kind te verzorgen en op te voeden. In praktijk betekent het gezag het nemen van belangrijke beslissingen voor een kind. Zoals medische beslissingen, schoolkeuze, verhuizen, maar ook het aanvragen van een paspoort of identiteitsbewijs en het geven van toestemming voor een buitenlandse vakantie.
De moeder heeft van rechtswege het gezag over haar kind.
Een vader heeft ook van rechtswege ouderlijk gezag als hij bij de geboorte getrouwd is met de moeder.
Voor ongehuwden zijn de regels anders. De vader moet het kind eerst erkennen, voordat hij ouderlijk gezag kan krijgen.
Sinds 1 januari 2023 krijgt de vader automatisch gezag over een kind als hij het kind met toestemming van de moeder erkent. Kunnen ouders helemaal niet samen door één deur, en lukt het niet om samen belangrijke beslissingen te nemen, dan is het voor de moeder van belang goed na te denken of het verstandig is aan vader toestemming te geven voor de erkenning. De erkenning brengt nu immers ook gezamenlijk ouderlijk gezag met zich mee. Eventueel kan ouderschapsbemiddeling of mediation geprobeerd worden om alsnog tot afspraken te komen.
Is er erkend voor 1 januari 2023, dan heeft de vader niet automatisch mede het gezag. Dat kan dan aangevraagd worden via de rechtbank. Een link naar het stappenplan om gezamenlijk ouderlijk gezag te krijgen en het formulier vindt u hier.
Gaat de moeder niet akkoord met gezamenlijk gezag, dan kunt u dat via de advocaat aan de rechter vragen.
Vaststelling van gezamenlijk gezag tussen een ouder en niet-ouder kan ook via de advocaat aan de rechter gevraagd worden.
Soms is er gezamenlijk gezag, maar is de situatie niet werkbaar. De andere ouder geeft bijvoorbeeld geen toestemming voor het aanvragen van een paspoort, buitenlandse reis, medische behandeling, inschrijving op een school enzovoorts. Als praten niet helpt, dan kan een procedure nodig zijn. Als er een eenmalig conflict is kan een procedure tot verkrijgen van vervangende toestemming van de rechter gevoerd worden. Zijn er meer conflicten (geweest) of zijn die voor de toekomst te verwachten, dan kan overwogen worden om wijziging van gezamenlijk naar eenhoofdig gezag te vragen. De advocaat kan u op basis van uw situatie adviseren.
Wilt u omgang met uw kind(eren) en is dat een probleem? De advocaat helpt u om een omgangsregeling te krijgen.
Soms komt het voor dat er een omgangsregeling is of wordt gevraagd, maar dat u deze om goede redenen niet wenst. Ook in dat geval kan de advocaat u adviseren en zo nodig met u procederen.
Soms lukt het niet om na het eindigen van een relatie in overleg te komen tot afspraken over de verdeling van geld, schulden of goederen. Aan de rechter kan dan gevraagd worden om de boedel te verdelen. De boedelscheiding kan zowel betrekking hebben op verdeling van een (beperkte) huwelijksgemeenschap na een echtscheiding of op verdeling van gezamenlijke eigendommen na het eindigen van een relatie tussen ongehuwd samenwonenden.
Er zijn twee verschillende soorten straat- en contactverboden, het strafrechtelijke en het civiele.
Een strafrechtelijk straat- en contactverbod wordt gevorderd door het OM en opgelegd door de strafrechter. Degene die een dergelijk verbod wenst is daarvoor afhankelijk van medewerking van justitie.
In een civiele procedure kunt u zelf via een advocaat een straat- en contactverbod vragen aan de rechter. In die procedure kan de advocaat u bijstaan. Er moet dan wel bewijs zijn van een reële dreiging voor u.
U ziet hier de drie meest recente opleidingen die de advocaat op dit rechtsgebied volgde.